Begrippen in de Kinesiologie
(Deze begrippenlijst is het product van de MIK-discussie-groep 2015)
Begrip |
Definitie |
Applied Kinesiology (AK) |
Is ontstaan in de jaren 60 van de vorige eeuw en wordt exclusief beoefend door artsen en chiropractoren met een minimaal 4 jaar durende universitaire opleiding. Hun belangen worden behartigd door het ICAK (International College of Applied Kinesiology). |
|
|
Kinesiologie in relatie tot Applied Kinesiology |
George Goodheart heeft in de jaren 60 de Applied Kinesiology ontwikkeld. John F. Thie heeft in de zeventiger jaren de Applied Kinesiology vereenvoudigd en hij noemde dit in zijn boek uit 1973: ‘Touch For Health’. Daaruit hebben zich verschillende niet universitaire kinesiologische systemen ontwikkeld die zich internationaal in de International Association of Specialized Kinesiologists (IASK) organiseren. |
|
|
de naam Kinesiologie |
Vanuit een gegroeide traditie worden alle stromingen van de kinesiologie die niet verbonden zijn met de Applied Kinesiology in Nederland gewoon ‘kinesiologie’ genoemd. Dit is mogelijk omdat het woord kinesiologie in Nederland geen verdere betekenis heeft. Dat kan in de internationale gedachtenwisseling tot verwarring leiden omdat in sommige landen het woord kinesiologie al een andere betekenis heeft (bijvoorbeeld in de USA is het een deel van de universitaire geneeskunde of in België is het de fysiotherapie). Kinesiologie is een onderzoeksmethode waarbij gebruik wordt gemaakt van spiertesten als een biofeedback-instrument. Het doel hiervan is om op verschillende niveaus in het lichaam (structuur, chemie, emotie, elektromagnetisch) blokkades of letsels op te sporen en te behandelen. |
|
|
Kinesiologie |
Kinesiologie (letterlijk 'De leer van de beweging') is een therapeutische manier van werken waarbij er gebruik wordt gemaakt van spiertesten om uit te zoeken waar, waarom en wanneer de balans in het lichaam verstoord is geraakt en tegelijkertijd hoe die balans kan worden hersteld. Gewerkt wordt op structureel (fysiek), chemisch (voeding, milieu-invloeden, hormoonhuishouding), psychisch (mentaal, emotioneel, bewustwording, spiritueel, sociaal, communicatie, relaties) en energetisch niveau. |
|
|
Gespecialiseerde Kinesiologie Specialized Kinesiology |
Kinesiologen die niet lid van de ICAK zijn maar georganiseerd in het IASK (International Association of Specialized Kinesiologists). |
|
|
Toegepaste Kinesiologie |
In het Nederlandse onderwijs staat het voorvoegsel ‘toegepaste’ niet voor universitair maar conform-HBO-niveau. |
|
|
Kinesioloog |
is een beroepsbeoefenaar die gespecialiseerd is in de methode kinesiologie en de kinesiologische spiertest. Hij kan vanuit een holistisch perspectief een gestagneerde energiestroom in de mens weer opnieuw in beweging brengen. Hij vertaalt de biofeedback (informatie) van het lichaam naar woorden om 1. zodoende de cliënt inzicht te geven met welke factoren klachten/blokkades/letsels verband houden en bewustzijn te bevorderen en 2. de juiste behandelmethode te vinden om het lichaam en de energiestroom te reguleren en 3. de uitwerking van zijn interventie te controleren. |
|
|
Kinesiologische spiertest |
De kinesiologische spiertest is een manuele biofeedbackmethode zonder apparaten waarmee de kinesioloog tijdens een sessie informatie over de fysieke, emotionele, chemische en energetische toestand van de cliënt verkrijgt. Zo komt de kinesioloog tot een inventarisatie en tegelijkertijd hoe die balans kan worden hersteld met een interventie en daarna de evaluatie. |
|
|
Beroepscompetentie-profiel |
beschrijft de eisen waaraan een startbekwame kinesioloog moet voldoen, inzake kennis, kunde, vaardigheden en ervaring. |
|
|
Methode Identificatie Kinesiologie (MIK) |
geeft een toelichting, beschrijving en referentiekader ten aanzien van bepaalde kinesiologische technieken, protocollen en (mogelijke) testprocedures en testen. Er zijn verschillende nationale en internationale kinesiologische systemen omschreven. Het bevat de criteria waaraan een kinesiologiesysteem moet voldoen om erkend te worden door de BvK (Beroepsvereniging voor Kinesiologie). |
Kinesiologische systemen |
zijn kinesiologische werkwijzen die
zijn ontwikkeld vanaf de 60-er jaren van de vorige eeuw binnen en buiten de
ICAK. De kinesiologische systemen beschrijven achtergronden en een testprocedure door middel van spiertesten en mogelijke bijpassende correcties. Het bijbehorende test- en duidingskader van de verschillende systemen vertegenwoordigen het referentiekader waarin de kinesioloog op dat moment werkt. |
Kinesiologische systemen die in de MIK getoetst worden |
Klassieke kinesiologie - in de Methode Identificatie (MIK) beschreven kinesiologische systemen van de eerste en tweede generatie. Het zijn werkwijzen die internationaal erkend zijn. Erkende kinesiologie - bevat de kinesiologische systemen van de derde generatie en nieuwe Nederlandse kinesiologische systemen die door de Beroepsvereniging voor Kinesiologie (BvK) getoetst en erkend zijn. |
Afgeleide kinesiologie
|
omvat nationaal specifieke systemen en cursussen die met de klassieke regels van de kinesiologie werken. Dit kunnen bijvoorbeeld zijn: nieuw ontwikkelde systemen, modules van kinesiologiescholen, systemen die niet de opnameprocedure van de MIK gevolgd hebben maar gelijkwaardig zijn, cursussen die ter verdieping van een systeem zijn ontwikkeld enz. |
Aanverwante kinesiologie |
zijn systemen en cursussen die de kinesiologie opleiding verrijken en met de spiertest werken maar niet volgens de klassieke kinesiologische wetmatigheden (NAET, NEI, Integra, reguliere artsen of therapeuten die in hun praktijk met de spiertest werken, maar niet met kinesiologie als zodanig). |
Aanvullende (therapeutische) vakken
|
zijn methodes, systemen en cursussen die de therapeutische kennis van kinesiologen aanvullen – Medische basiskennis (MBK), psychosociale basiskennis (PsBK), psychologie, traumaopleidingen, therapeutische gespreksleiding, systemisch werken, coaching, NLP, homeopathie, fytologie, TCM, oosterse en westerse geneeskunde, ethiek, wetgeving, praktijkvoering enz. |
Kinesiologische cursus |
Deze bevat de beschrijving van een of meerdere kinesiologische testprocedures en de duiding die binnen dit referentiekader toegestaan is. |
Cursus die de kinesiologische spiertest gebruikt |
gebruikt de spiertest als aanvulling op een inhoud zonder rekening te houden met de kinesiologische testprocedures. |
| |
|
|
Begrippen die voor een behandeling belangrijk zijn: |
|
|
|
Blokkade |
een belemmering op het gebied van psyche, lichaam, chemie of energie, die zorgt voor een verstoring in de energiestroom wat hem op één of meerdere niveaus kan beperken. Het kan ook een beperkende overtuiging, een niet verwerkte ervaring of een emotionele belemmering zijn. |
|
|
Stressor |
Elk invloed die de belastbaarheid van een systeem overschrijdt en een psychische, fysieke, chemische of energetische onbalans oplevert. |
|
|
Belemmering |
Iets (al dan niet bewust), dat je energie belemmert vrij te stromen. Datgene dat iemand weerhoudt om datgene te doen wat hij wil of wat iemand weerhoudt om te doen wat hij niet wil. |
|
|
Correctie |
Kinesiologie term, afkomstig uit de chiropraxie. Hiermee worden alle directe interventies aangeduid die tot doel hebben om een verbetering te bewerkstelligen c.q. balans te bereiken. |
|
|
Balans |
is een situatie van flexibel evenwicht dat in staat is impulsen of stressoren vanuit de omgeving op te vangen en adequaat te verwerken. Binnen de kinesiologische werkwijze worden op zichzelf staande micro- en macrocycli van een kinesiologische sessie vaak ‘balans’ genoemd. Dit begrip voert terug op het oorspronkelijk idee van de kinesiologie dat de na te streven toestand de dynamische homeostase is. |
|
|
defusie en defuseren |
Defusie: het ontkoppelen van de waarneming in het verleden en heden in het Algemeen Integratie gebied (CIA) van de linker hersenhelft (bron: Three in One Concepts) Daar tegenover staat de infusie. Infusie: het ankeren van een positief beeld. Deze positieve input vervangt de negatieve emotie. Het bestaat meestal uit het maken van een beeld of een symbool, met behulp van creatief visualiseren, dat de gewenste gemoedstoestand van de gedragsbarometer symboliseert (bron: Three in One Concepts) |
|
|
Interventie |
is een technische term voor een kinesiologische correctie of balans en betekent ingrijpen, inmenging, bemiddeling of tussenkomst. |
|
|
Challenge (uitdaging) |
Het lichaam wordt met een activiteit of een prikkel geconfronteerd en het effect daarvan wordt met de spiertest gecontroleerd. |
|
|
Circuitlocalisatie |
Bepaalde kenmerken (bv. meridiaan, spier, orgaan, gevoel) kunnen samen een circuit vormen. Met de circuitlocalisatie wordt de directe samenhang van twee of meer kenmerken van dit circuit getest. In de praktijk betekent dit dat m.b.v. de spiertest de testpersoon de optimale interventie kan aangeven. |
|
|
Therapielocalisatie |
Is circuitlocalisatie met de bijzonderheid dat de cliënt zelf aan de test meedoet doordat hij bijvoorbeeld een correctiepunt aanraakt. Er kunnen ook nosodes, testbuisjes enz. worden ingezet. |
|
|
Thema |
Het geheel van onbalans, stressoren en doelen waaraan in het kader van een balans kan worden gewerkt. |
|
|
Setup |
Een specifieke handelwijze van de Applied Physiology en de daaruit voortkomende concepten. Het is de specifieke focus en alle aspecten die daarmee samenhangen op het thema of probleemstelling, voorafgaand aan de balans. Daarbij kunnen de in de testen verzamelde resultaten in de pauselock worden genomen. |
|
|
Pauselock |
Het is een techniek om verzamelde resultaten op te slaan en ze tijdens de balans “on line” te houden. |
|
|
Modaliteiten (of kort: Modes) |
Bepaalde hand- en vingerposities die in de kinesiologie als hulpmiddel worden ingezet om de optimale frequentiematch m.b.t. informatie en correcties te vinden. Daarbij wordt tegelijkertijd een indicatorspier getest. De testreactie heeft dan betrekking op de vingermode en op de daarbij behorende duiding. |
|
|
Overige |
Alle belangrijke vaktermen kunnen worden teruggevonden in de vakliteratuur, bv. Walther: Applied Kinesiology Synopsis, Systems DC, Pueblo/Colorado, 1988), Touch for Health en de boeken van bestaande erkende kinesiologische systemen. |
|
|